Over mij

Mijn foto
Ik schrijf en geef lezingen over gedragsproblemen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen vanuit bijna 40 jaar onderwijservaring, een Master SEN studie en veel, véél leeswerk. Ik benader alles vanuit de vraag "Maar wat kan ik er nu mee in de klas?" Beknopte theorie en veel praktische handreikingen die je morgen al kunt toepassen in je klas. Zie ook www.gedragsproblemenindeklas.nl

zondag 4 september 2016

Dat bepaal ik zelf wel!



“Jongens en meisjes, dit is Musab, hij komt bij ons in de klas. Naast mij stond een vrij stoere jongen. Uitdagend keek hij de klas in, helemaal niet timide zoals de meeste kinderen die zomaar ergens in een vreemde klas gedropt worden. Ik wees hem zijn plek aan en gaf hem zijn spullen. De eerste dag keek Musab vooral rond. Werken deed hij nauwelijks. Dat snapte ik wel, ook al keek hij stoer en uitdagend, hij moest vast nog wennen aan zijn klas. Toen we om tegen drieën de klas gingen opruimen kwam Elsje klagen: ’meester, Musab schopt me zomaar. ‘ ’zomaar?’ echode ik. ‘Jij deed niets?’ Els verzekerde me dat ze echt niets had gedaan. Ze leek oprecht. Ik vond haar ook geenmeisje wat dit soort dingen zou verzinnen. IK stelde haar gerust en vertelde dat Ik op Musab zou letten.
De dagen erna regende het klachten over Musab. Hij schopte, kneep en sloeg uit het niets. Soms zag ik het gebeuren, maar vaker helemaal niet. Musab werd ook snel drukker. Hij had commentaar op van alles en nog wat, wilde graag zaken regelen die ik liever zelf regel en wilde ook voor de kinderen wel bepalen wat zij moesten doen. Het woord control freak in de meest enge zin van het woord leek op hem van toepassing. Zo te zijn lag de kracht van Musab in het controleren van zijn omgeving. Hij deed er in ieder geval verwoede pogingen toe. Omdat Musab een kop groter was dan de meeste kinderen, begon de situatie toch wel vervelende vormen aan te nemen. Sommige kinderen waren duidelijk bang voor hem.
Ik besloot met hem te praten, maar helaas had Musab besloten om dat niet met mij te doen. Hij had geen problemen, hij mij niet nodig, want hij kon prima op zichzelf passen en de andere kinderen moesten niet zo zeuren; hij deed immers niets? Welke pedagogische trucjes ik ook probeerde in het gesprek, ik stuitte op een muur van ‘weet ik niet’ ’hoe moet ik dat weten’ en stilzwijgen.
Toen Musab weg was naar huis, zat ik nog een tijd lang voor me uit te staren. Hoe help je een kind dat laat merken niet geholpen te willen worden?
Eerst maar alle zaken eens op een rijtje gezet dan. Musab kwam uit Eritrea. Zijn ouders waren gevlucht voor het bewind daar en waren via een lange tocht door Afrika uiteindelijk met een bootje de Middellandse zee overgestoken, samen met nog 400 anderen in datzelfde bootje. Onderweg hadden ze mensen hebben zien doodgaan en hun tocht door Afrika was ook een zware tocht geweest. Musab was dus weggerukt van vrienden en familie, had geweld meegemaakt en had zelf ook moeten lijden tijdens de zware tocht. Daarna had het gezin in een vluchtelingenkamp gezeten, waaruit ze uiteindelijk vertrokken waren, om ten slotte te eindigen in ter Apel. Daarvandaan hadden ze nog op drie andere plekken gezeten, voor Musab’s tocht hier eindigde. Voorlopig dan. Al die onzekerheid…Geen wonder dat je als kind de boel wilt regelen. Elke beetje houvast is welkom.
Ik besloot Musab om te beginnen een andere plek in de klas te geven. Achteraan, met mooi overzicht over de groep. Niemand achter hem, alleen voor hem. Ik zette hem naast Alex, een beer van een jongen, die de goedheid zelve was. Hopelijk zou zijn kalme gemoed ook uitstralen naar Musab. Daarnaast gaf Musab de verantwoordelijkheid over een paar taken die in de klas gedaan moesten worden: mijn oerwoud aan planten beheren en verzorgen en het uitdelen van de whitebordjes en stiften. Verder paste ik mijn uitleg aan en vertelde vaker wat er ging komen.
Heel langzaam leek er iets te veranderen in het gedrag van Musab. De kleine stukjes controle die hij kreeg, leken hem goed te doen. Op de een of andere manier had Alex ook invloed op hem, Musab sloeg niet of nauwelijks meer andere kinderen. Zich bemoeien met van alles en nog wat met de bedoeling de zaken naar zijn hand te zetten deed hij nog wel. Ik besloot er maar eens een aantal gesprekken in de klas over te houden. ‘ Hoe beslissen wij in deze klas wat we gaan doen?’ En vooral wat doe je als iemand de baas wil spelen. Uit die gesprekken kwam uiteindelijk naar voren dat de groep kan helpen. Iemand die zijn zin wil doordrijven, kan gestopt worden door de rest van de klas: ’Als we besluiten dat we iets zo en zo doen en iemand wil dat niet, dan kan hij op dat moment niet meedoen. Natuurlijk is hij meteen welkom als hij volgens de gemaakte afspraken wil meedoen.’ Het leidde in de weken erna tot een vaak boze en verbaasde Musab, die merkte dat grote groepen kinderen niet deden wat hij op dat moment wilde. Op die momenten probeerde ik in de buurt te zijn en praatte met hem over hoe je met groepen niet altijd precies kan doen wat je zelf wilt. Op zo’n moment mag je zelf kiezen: je doet niet mee, of je doet mee volgens de regels van de anderen. Jij bent de baas over jou, dus dat bepaal jij helemaal zelf. Over dat laatste moest hij hebben nagedacht, want een paar dagen later kwam hij vertellen dat hij besloten had om toch mee te doen op momenten dat de klas niet koos voor wat hij wilde. Ik heb bepaald dat dat toch leuker is.

Het verhaal van Musab is niet uniek. Veel getraumatiseerde kinderen willen de controle hebben. Eigenlijk willen ze de controle terug over hun leven. Ze hebben zich machteloos gevoeld, bedreigd. Ze konden in die situaties niets doen, ze zijn immers maar kinderen? Elke stukje controle maakt dat je je even wat veiliger voelt, maakt dat je precies weet wat er komt. Uiteraard leidt dat tot botsingen met hun omgeving, maar besef dat die controledwang voortkomt uit angst.
Help de omgeving zo voorspelbaar mogelijk te maken. Laat zien wat er komen gaat, vertel wat er komen gaat. Zorg datje als leerkracht volgbaar bent. Zeg wat je doet en doe wat je zegt.
 Geef verantwoordelijkheid, want verantwoordelijkheid krijgen over iets (hoe klein ook) betekent dat jij er toe doet, dat jij iets mag bepalen.
Laat de klas helpen. Onderzoek bevestigt het: Steun van de kinderen in de klas is ontzettend nodig en kan ongelooflijk veel goeds doen. De invloed van Alex in dit verhaal is niet toevallig. Klasgenoten kunnen helpen.

Kinderen als Musab hebben een lange weg te gaan, niet alleen letterlijk. Zorg dat je klas een veilige haven is voor ze. De steun van een kalme, zorgzame volwassene en steun van leeftijdgenoten zal hen in tijd helpen herstellen van alle ellende die ze hebben meegemaakt.

zondag 10 januari 2016

Wat heb ik nu weer gedaan??


Thomas ( 11 jaar, ADHD) is nieuw in de klas. Hij heeft al twee scholen gehad waar het niet heel goed met hem ging. Hij vertoonde behoorlijk storend gedrag en had op beide scholen vaak ruzie met de leerkracht. Zij vonden hem heel druk en als hij daarop gewezen werd, was Thomas vrij brutaal. Thomas zelf vond overigens dat ze teveel op hem letten.
In groep 7 komt hij binnen, een nieuwe klas, een nieuwe school. Het schooljaar is dan al een half jaar oud. De eerste week blijkt dat Thomas inderdaad veel praat en nog vaker door de klas loopt. Opvallend is dat hij bij dat lopen eigenlijk niemand stoort, maar met zijn werk schiet het zo natuurlijk niet op. De leerkracht vermoedt dat Thomas erg goed is in toneelspelen. Hij is grappig en gevat in zijn antwoorden. Na schooltijd vraagt de leerkracht Thomas even te blijven. Die reageert heel defensief: “Wat heb ik nu weer gedaan? Ik deed toch niks? Waarom moet ik blijven?” Nadat de leerkracht rustig heeft uitgelegd dat hij gewoon even wil horen hoe hij zijn nieuwe school en klas vindt, wordt Thomas wat rustiger. Als hij daarna aan Thomas vraagt of hij samen met hem een klein toneelstukje wil opvoeren voor de klas, vindt Thomas dat te gek. Hij is dol op drama. De leerkracht vraagt of Thomas met hem voor wil doen hoe sommige kinderen reageren als ze een terechtwijzing krijgen omdat ze storend bezig zijn. Thomas mag lekker overdrijven. Hij vraagt ook of Thomas wil helpen samen te laten zien hoe je op een betere manier kan reageren. Thomas is echt heel verrast. Zo’n leuke opdracht krijgen wil hij elke dag wel. Hij is hier nog maar net en nu kiest de meester hem al uit voor zo’n gave opdracht. Het toneelstukje wordt een groot succes, want Thomas kan echt heel goed spelen en is ontzettend gevat. De klas ligt in een deuk en Thomas’ aanzien stijgt met sprongen. Het grappige is dat Thomas daarna, als hij zelf wel eens tot stilte wordt gemaand, zonder veel problemen aan dat verzoek voldoet. Uiteraard wel zolang hij het volhoudt.
Uit dit verhaal blijkt dat Thomas niemand wil storen: hij loopt wel veel, maar stoort er niemand mee. Hij kan alleen niet zo lang stilzitten. De leerkracht vermoedt een sterke kant van Thomas en pakt die aan om de groep één van Thomas’ goede kanten te laten zien. Hij zorgt er bovendien voor, dat Thomas bijna ongemerkt inzicht krijgt in hoe je kunt reageren bij een terechtwijzing. Thomas op zijn beurt merkt dat de leerkracht hem begrijpt en zijn goede eigenschappen waardeert. Hij, Thomas mag er zijn. En als je dan eens terecht wordt gewezen, weet je dat je misschien iets fout doet, maar niet fout bent. Dat maakt het een stuk leuker op school.
Als je denkt dat dit verhaal verzonnen is, heb je het mis. Thomas bestaat echt (zij het onder een andere naam) en dat jaar hadden Thomas en ik een heel gezellig jaar. Is werken aan gedrag ingewikkeld? Soms wel, maar lang niet altijd. De kern is geloven mogelijkheden. Vaak leiden verrassend kleine ingrepen tot verrassend goede oplossingen.


Anton Horeweg, is al meer dan 30 jaar leerkracht in het basisonderwijs en gedragsspecialist (Master SEN). Anton is auteur van de website www.gedragsproblemenindeklas.nl  en van de boeken Gedragsproblemen in de klas in het basisonderwijs en Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet onderwijs ( Lannoocampus). Hij is trainer/ coach en spreekt op congressen, seminars en studiedagen.
Dit artikel verscheen eerder in de ADHD Glossy Suzan! (oktober 2015). http://www.adhdlifestylemagazine.nl/