Over mij

Mijn foto
Ik schrijf en geef lezingen over gedragsproblemen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen vanuit bijna 40 jaar onderwijservaring, een Master SEN studie en veel, véél leeswerk. Ik benader alles vanuit de vraag "Maar wat kan ik er nu mee in de klas?" Beknopte theorie en veel praktische handreikingen die je morgen al kunt toepassen in je klas. Zie ook www.gedragsproblemenindeklas.nl

woensdag 30 juli 2025

Het onderwijs systeem moet anders

 

Het onderwijssysteem moet veranderen. Maar dat is een loze kreet.

Het onderwijssysteem moet veranderen.

Martin luistert ingespannen naar de uitleg. Daarbij zit hij te spelen met zijn pen. Hij kijkt daarbij nauwelijks naar het bord. De meester heeft daar al twee keer wat van gezegd. De eerste keer vriendelijk en de tweede keer iets dwingender. Dat blijkt tot dusver zonder resultaat, want Martin wriemelt nog steeds met zijn pen en kijkt nog steeds niet echt naar het bord. De derde keer is de leerkracht het goed zat. "Martin! Doe nu die pen weg en probeer eindelijk eens op te letten!!" "Ik luister heus wel!", roept Martin boos terug. Hij voelt zichzelf boos worden over deze oneerlijke behandeling. Zit hij goed zijn best te doen, krijg je dit weer. "Je luistert helemaal niet. Je zit maar te spelen met die stomme pen!" Martin springt boos op, stampt naar de deur onder het uitroepen van "Je moet ook altijd mij hebben!" en knalt de deur achter zich dicht. Boos loopt hij over de gang, kwaad dat het wéér niet gelukt is om het goed te doen. Martin past zo te lezen niet in het onderwijssysteem.

 

Ik las het afgelopen week op LinkedIn en ook in andere media kom je dat soort uitroepen regelmatig tegen. ' Want het systeem is achterhaald' (immers: 200 jaar oud) Toch is dat niet direct logica. Het is wel een maatschappelijke tendens: wat oud is, deugt per definitie niet meer. Van oude mensen (dor hout), witte oude mannen (Hoi!) tot onderwijs.

'Systeem moet anders' is ook zo'n kreet zonder inhoud. Zelden wordt er een 'hoe' bijgeleverd dat je als leerkracht NU kunt uitvoeren.
Leerkrachten hebben kinderen NU in hun klas. Je kunt zeker dingen doen, daar is geen diagnose voor nodig. Dat een kind met ADHD (bestaat dat of is het verzonnen door wetenschappers die een hokje nodig hadden om makkelijker te communiceren? Of was het Big farma?) in andere contexten in het voordeel kan zijn: absoluut. Dat geldt voor elk mens. In de context 'groot feest' ben ik minder op mijn plek dan in de klas vind ik zelf. Maar de context 'school' is nu eenmaal zo, ondanks de variaties.

Wat helpt dan? Een kind neurodivergent noemen? Denk het niet. De context aanpassen voor zover mogelijk binnen de grenzen van de huidige werkelijkheid? Zeker. Het kind helpen zich in deze context te bewegen? Ook. Want ook als je ADHD hebt, moet je leren bewegen in de schoolse context. Die context kan overigens soms best wat meer aangepast, bijvoorbeeld om tegemoet te komen aan bewegingsdrang.

Iemand die wat kleiner van bouw is, krijgt een kleiner stoeltje op school. We gaan hem niet oprekken om hem op een gemiddelde lengte te krijgen. Waarom zouden kinderen met ADHD dan wel ‘opgerekt’ moeten worden? Of kinderen met andere vormen van neurodiversiteit natuurlijk. Waarom geven we ze niet gewoon een aangepaste omgeving, net als het ietsje kleinere kind? De omgeving aanpassen, je handelen aanpassen: in al mijn boeken gaat het erover. Maar dat kan niet tot in het oneindige. Zeker niet in een klas met vijfentwintig kinderen.

Organiseer eerst je onderwijs: school, klassenmanagement, didactische vaardigheden. Toch schuurt dit verhaal ook. We besteden meer aandacht aan de omgeving (Goed! Leerkracht handelen kan veel veranderen), richten ons niet op het kind als ‘schuldige’ en vooral niet op zijn stoornis, want daar kan het kind niets aan doen (eens).

Omgeving aanpassen

Maar ik wil het kind in de klas wel kunnen helpen een rekenles vol te houden, ondanks zijn snellere afleidbaarheid. Eerst de omgeving maar aanpassen: busrijen, duidelijke routines, voorgedaan, uitgelegd en geoefend, heldere gedragsregels ‘zo doen wij dat hier.’ Gebruiken van duidelijke gedragsverwachtingen, goede lessen geven (Ik ben EDI fan, maar die discussie gaan we hier maar niet voeren), klasgenoten leren met elkaar en elkaars diversiteit om te gaan…. De ondersteuning is er, niet zozeer gekoppeld aan het kind, maar aan het geheel. Goed voor alle kinderen. Dus nu zou een neurodivers kind de ondersteuning hebben die nodig is. En gewoon kunnen meedoen?  Natuurlijk niet, dat gebeurt alleen in sprookjes.

 

 

 

Toch moet ook een kind met deze 'neurodivergente' vorm (volgens sommigen trouwens óók een term die mensen verdeelt) leerstof tot zich nemen. Ook al is het systeem oud. De kern ligt voor mij in 'samen.' Leerkracht en kind.

En als de omgeving is aangepast en dit niet genoeg is?

En wat nu als het kind zich nog steeds niet kan concentreren? Of wil bewegen maar moet zitten? Accepteren dat sommige uitingsvormen van diversiteit niet handig zijn in bepaalde settingen? Maar de rest heeft ook recht om te leren. Wat nu? Toch de tips raadplegen die ‘bewezen’ werken bij kinderen met ADHD? Meer beweegruimte, vaker een loopje, bij de les slepen op een vriendelijke manier?

Het voelt dubbel. Een kind, elk kind, heeft een onderwijsbehoefte die specifiek is. Tekorten zijn geen kindkenmerken. We moeten dus ondersteuning op maat bieden, maar ik hoorde juichend roepen we dat we weer meer naar het collectief moeten.

Ik blijf daarom zitten met een paar vragen en ik hoop dat heel kundig LinkedIn met ideeën komt.

Als we ons meer richten op het geheel en minder op het individu (wat in onze ik-samenleving zeker geen kwaad kan), hoe verhoudt zich dat dan tot het kind dat echt extra ondersteuning nodig heeft?