Over mij

Mijn foto
Ik schrijf en geef lezingen over gedragsproblemen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen vanuit bijna 40 jaar onderwijservaring, een Master SEN studie en veel, véél leeswerk. Ik benader alles vanuit de vraag "Maar wat kan ik er nu mee in de klas?" Beknopte theorie en veel praktische handreikingen die je morgen al kunt toepassen in je klas. Zie ook www.gedragsproblemenindeklas.nl

dinsdag 8 december 2020

Altijd Druk, Houd Dieet?

 

Verscheen eerder in Balans Magazine van Oudervereniging Balans.

‘Kijk’, zei de moeder van Sem, die na schooltijd voor mijn neus stond. ‘Ik heb hier twee artikelen over ADHD en voeding. Dat het werkt. Nou ja, en een dat het niet werkt.’ Ik keek naar de artikelen, die ik wel kende. In het ene artikel wordt de vloer aangeveegd met de claim dat voeding helpt om ADHD te laten verminderen. In het andere artikel wordt beweerd dat een aangepast dieet zorgt dat je ADHD als sneeuw voor de zon verdwijnt.

In het ene stond: Het is op dit moment onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd of er een verband is tussen voeding en ADHD. Daardoor kunnen er geen concrete voedingsadviezen worden gegeven om symptomen van ADHD te verminderen. Deze conclusie is gebaseerd op enkele onderzoeksactiviteiten die het RIVM in opdracht van het Ministerie van VWS in de afgelopen vier jaar heeft uitgevoerd op dit terrein.[1][AH1] 

In het andere stond: Bij 78% van de 50 kinderen  verminderden de verschijnselen van hun ADHD na een zogenaamd RED dieet (Pelser)[2]

Beide artikelen had ik gelezen en voor mij stond een moeder wiens kind behoorlijk ADHD heeft. ‘Ik heb gehoord dat voeding ADHD laat verdwijnen,’ zei ze. ‘Wat vindt u ervan?’ ‘Eerlijk gezegd heb ik geen idee. Ik ben gewoon leerkracht. En ja ik heb me verdiept in ADHD, maar vooral in de ‘schoolkant’ van het verhaal. Voeding hoort daar niet echt bij, bovendien vechten wetenschappers elkaar de tent uit over dit onderwerp. Ik herinner me een cartoon van een hele dikke jongen in een luie stoel. Hij zat aan een hamburger en volgens zijn moeder was hij veel minder actief sinds dit fastfood dieet.’

Er wordt wel gezegd dat door consequent met zo’n dieet bezig te zijn er ongemerkt structuur ontstaat in het gezin. Structuur die misschien daarvoor ontbrak. Maar wat als die structuur er altijd al was? Ben je wat je eet? Ik besloot me er niet aan te wagen aan iets waarin ik me niet uitputtend verdiept heb en het verhaal van beide partijen uit te leggen. Uitleggen, daar heb ik me wel in verdiept, dus dat lukt me wel. ‘Dus eigenlijk heb je geen idee?’ Zei de moeder na mijn verhaal een beetje teleurgesteld. ‘Nee,’ moest ik bekennen. ‘Zelf zou ik zeggen probeer het gewoon als u hoop heeft dat het helpt. Het ene kind is immers het andere niet? Stel je voor dat het werkt. Ik zou zeggen keep an open mind.’

Inmiddels zijn we een half jaartje verder. Sem stuitert nog even vrolijk rond als vroeger, maar hij eet wel een stuk gezonder.

 



[1] Voeding en ADHD Eindrapportage en aanbevelingen voor vervolgonderzoek RIVM briefrapport 350021003/2013 S.W. van den Berg | J.M.A. Boer | H. Verhagen

[2] Effects of a restricted elimination diet on the behaviour of children with attention-deficit hyperactivity disorder (INCA study): a randomised controlled trial Dr Lidy M Pelsser, Klaas Frankena, PhD, Jan Toorman, MD, Prof Huub F Savelkoul, PhD, Prof Anthony E Dubois, MD, Rob Rodrigues Pereira, MD, Ton A Haagen, MD, Nanda N Rommelse, PhD, Prof Jan K Buitelaar, MD. The Lancet Volume 377, No. 9764, p494–503, 5 February 2011

 


 [AH1]Ik weet niet of je de verwijzing erbij wilt?

zaterdag 14 november 2020

Waarom ik weer?

 

Jesse (11 jaar, ADHD, groep 7), heeft het lastig op school. Het gaat regelmatig mis als de leerkracht en hij elkaar weer niet goed begrijpen. Vandaag geeft de juf uitleg over breuken. Taaie en vooral ook saaie kost vindt Jesse, maar hij doet zijn best om niet af te dwalen met zijn gedachten. Hij wil eigenlijk graag goed leren.
Jesse luistert ingespannen naar de uitleg. Daarbij zit hij te spelen met zijn pen. Hij kijkt nauwelijks naar het bord. De juf heeft daar al twee keer wat van gezegd. De eerste keer vriendelijk en de tweede keer iets dwingender. Dat heeft geen effect: Jesse wriemelt nog steeds met zijn pen en kijkt nog steeds niet naar het bord.

De derde keer is de leerkracht het goed zat. "Jesse! Doe nu die pen weg en probeer eindelijk eens op te letten!!" "Ik luister heus wel!", roept Jesse terug. Hij voelt zichzelf boos worden over deze oneerlijke behandeling. Zit hij goed zijn best te doen, krijg je dit weer. ‘Je luistert helemaal niet. Je zit maar te spelen met die stomme pen!’ Jesse springt boos op, stampt naar de deur onder het uitroepen van ‘Je moet ook altijd mij hebben!’ en knalt de deur achter zich dicht. Boos loopt hij over de gang, kwaad dat het wéér niet gelukt is om het goed te doen.


Zijn verdrietige gedachten tollen door zijn hoofd: ‘Waarom overkomt mij dit telkens? Snapt de juf dan niet dat friemelen en niet naar het bord kijken ervoor zorgen dat hij júíst goed oplet? Waar staat dat je alleen kunt opletten als je doodstil zit? Dat de juf dat nou niet snapt dat hij moet bewegen.’
Nijdig geeft hij een schop tegen een tas die onder een kapstok staat. ‘Rotjuf’, denkt hij boos. Met weemoed denkt hij terug aan vorig jaar. Juf Simone begreep hem veel beter. Daar mocht hij friemelen en wiebelen en als het echt niet meer ging mocht hij zelfs vijf keer de trap op en neer rennen. Daarna kon hij er weer even tegen. Hij moet glimlachen als hij daaraan denkt. Hij heeft wel eens opgevangen dat andere leerkrachten vonden dat juf Simone niet handig bezig was. ‘Wie weet wat die jongen allemaal op de gang gaat uitspoken als jij hem laat gaan’, had de juf van groep 6 gezegd. De juf had alleen gezegd: ‘Dat doet Jesse niet. En stel dat hij iets zou doen dat niet goed is, dan praat ik daarover met hem. Zo simpel is het.’ Niet dat het ooit nodig geweest was, Jesse zou wel gek zijn. Hij vond het heerlijk dat de juf zoiets voor hem geregeld had. Misschien kon zijn juf eens met juf Simone gaan praten…

 

zaterdag 18 april 2020

‘Ondersteuning van kwetsbare kinderen tijdens coronacrisis.’

In dit artikel vind je de strekking van mijn verhaal voor de video van het Lerarencollectief (https://youtu.be/bvLgKfAvGOI) in tekstvorm (en wellicht iets uitgebreider).

Een opmerking vooraf: de werkdruk is immens groot. Veel collega’s willen alles en liefst nog méér doen, maar aan alles zit een grens. Ook als dat slecht uitkomt of heel triest is. Wat je hier leest is dus allerminst iets dat je moet doen. Het is wat je kunt doen. Ook leraren zijn gewone mensen. Doe wat je kunt en wilt. Besef dat je als leraar zéér belangrijk bent voor met name de kinderen die onveilig opgroeien.

Beste collega’s,
we moeten op dit moment de gezelligheid van onze klas missen. Veel kinderen missen die ook. Wat een aantal van onze kinderen zeker ook missen is veiligheid. Normaal gesproken is hun klas de veilige haven. Ze komen bij een juf of meester bij wie ze terecht kunnen; een juf of meester die voorspelbaar en duidelijk is. Een klas waar ze even hun zorgen om thuis (als die er zijn natuurlijk) kunnen vergeten. School is een plek waar je gezellig met zijn allen bezig bent aan leren. En dat kán ook; juist omdat school een veilige plek is.

We weten inmiddels uit onderzoek en bevindingen uit de praktijk het volgende.
Voor veel kinderen geldt dat ze:
-geen veilige thuissituatie hebben en dat die onveiligheid toeneemt met het langer duren van de coronacrisis.
-deels alleen thuis zijn, omdat hun ouders in ‘cruciale beroepen’ werken.
-geen eigen werkplek hebben en soms in de douche of zelf in een kast zitten om maar rustig te kunnen werken geen internet /geen of niet voldoende digitale hulpmiddelen hebben en dat dit echt niet alleen in ‘arme’ gezinnen zo is.

We weten dat ouders: 
-niet kunnen uitleggen zoals de juf/meester en dat dit tot ruzie en frustratie leidt. Zelfs bij leerkrachten die ook ouder zijn.
-niet altijd digitaal vaardig zijn en zeg eerlijk, kon jij al met Teams of google classroom werken? Velen van ons hebben dat pas geleerd in deze crisis.
-niet altijd een ‘georganiseerd’ huishouden hebben en het niet voor elkaar krijgen om hun kind om tien uur bij jouw online les te laten aansluiten
-soms moeite hebben om hun kind überhaupt aan het schoolwerk te krijgen.
-We weten dat het hebben van een ‘special needs’ kind, nog meer vraagt.
-En bovenop dit alles is er de zorg om de gezondheid. Gezondheid van naaste familie, van het gezin.
Voor kinderen met ouders in de cruciale beroepen, geldt dat nog meer. Het is voor veel kinderen een heel erg angstig idee dat mama of papa, die bijvoorbeeld die verpleegkundige is, nu de hele dag tussen zieke mensen loopt. De zorg hierom legt een schaduw over het lekker leren.
-Bovenop dit alles komen ook de financiële problemen die gezinnen soms hebben of zullen krijgen. Het verlies van banen, minder geld hebben voor het eten… Ook die stress in het gezin werpt een schaduw over het lekker leren.

Stress en brein: hoe stress het leren lastig of zelfs onmogelijk maakt.
Je brein heeft globaal gezien drie delen. Alsje veel stress ervaart, heeft dat invloed op je brein. Zo werkt je geheugen minder goed en verwerk je informatie minder goed of helemaal niet.

Een voorbeeld uit de praktijk van deze periode:
Ik moest boodschappen doen in de supermarkt. De supermarkt is op dit moment een onveilige plek. Anderhalve meter afstand houden is lastig, sommige mensen houden zich daar niet aan en mensen komen van alle kanten. Ik loop dus met behoorlijk wat stress boodschappen te doen. Wat ik merkte, was dat ik vooral gespitst was op bewegingen van andere mensen. Hoewel ik met het boodschappenlijstje in mijn hand rondliep, pakte ik verkeerde merken, en verkeerde producten. Ook moest ik soms drie keer naar hetzelfde schap om zaken te pakken die ik ook in één keer had kunnen pakken. Dat is wat stress met je doet. De informatie komt niet goed binnen, wordt niet goed geïntegreerd. Zie dan maar eens te gaan leren.

Samenvattend tot nu toe:
Oplopende stress bij kind en ouders, zorgen voor Leerbelemmeringen.

Wat kun je doen als leerkracht: Wat kun je doen om (beperkt) bij te dragen aan de veiligheid en de stressvermindering bij kinderen?

Tip 1a: Als je contact hebt met kinderen uit je klas, praat vooral ook over hoe het met ze gaat (en met hun ouders). Zowel één op één als ‘klassikaal.’ Gedeelde smart is echt halve smart. Het helpt kinderen enorm als ze weten dat zij niet de enigen zijn die zich zorgen maken of zich rot voelen. Idee: ‘Teken allemaal een smiley van hoe jij je voelt. Variant: hoe voelen je vader, moeder, broertje, zusje zich? Gebruik om het gesprek te voeren over hoe het gaat, bijvoorbeeld de vragenlijst van Kees van Overveld.
Tip1b: Wat je ook kunt doen, is deze lijst in aangepaste vorm naar kinderen sturen, zodat ze die zelf invullen. Ik vond hem op https://bit.ly/2JKmgeI Je kunt de lijst daar downloaden in printable form. https://bit.ly/2wj4OuH Compleetmet stappenplan hoe je de lijst kunt inzetten.

Tip 2: Spreek met kinderen af dat ze je altijd mogen appen, bellen, mailen of op welke manier je dan ook contact wilt. Maak die afspraken heel expliciet: vertel bijvoorbeeld datje niet altijd direct kunt reageren of dat kinderen na tien uur ’s avonds geen antwoord meer krijgen. Als je kinderen hebt om wie je echt veel zorgen hebt, bel/skype/app die dan het liefst elke dag. Besef dat je een ‘lifeline’ bent voor kinderen die ‘niemand anders hebben.’

Tip 3: Vertel je klas over de kindertelefoon. Veel kinderen kennen de kindertelefoon wel, maar weten er niet het fijne van. Als volwassene kom je op het idee het nummer op te zoeken, kinderen niet altijd. Leg uit dat je er ook anoniem kunt chatten. Bekijk samen het uitlegfilmpje van twee minuten. Bij de bronnen vind je meer informatie.

Tip 4: Veel kinderen (ook degenen die veilig opgroeien) zijn in deze tijd erg bezorgd. Dat blijkt onder andere uit de vele telefoontjes die de kindertelefoon krijgt over corona. Praat erover met je klas. Het is belangrijk dat kinderen hun zorgen samen kunnen bespreken. Zoals je in de tutorial van Kees kon horen, kun je strategieën om kalm worden bespreken. Als je online bent met je klas, doe dan regelmatig ‘iets leuks.’ (bijv. gymganzenbord). Zo blijf je werken aan je groep en verlicht je even ieders zorgen door het samen plezier hebben. Maak een klassenblog aan. Er zijn scholen waar kinderen en leerkrachten een blog of een vlog maken over hoe het gaat thuis. De leuke dingen en de minder leuke dingen. Dit delen ze met Spreek af dat kinderen die ‘nog meer willen praten’ je altijd kunnen appen, mailen, bellen, enz. Wijs op anderen die misschien beschikbaar zijn (buurvrouw, opa, enz.)

Tip 5: Praat met / luister naar ouders als je problemen vermoedt. Sommige ouders zal het water aan de lippen staan. Zaken als verlies van inkomen en werk, thuiswerken met het hele gezin om je heen en zorgen over zieke familieleden kunnen behoorlijk veel stress geven. Heb dus vooral begrip voor hun situatie. Geef eventueel voorzichtig praktische tips als je kunt en snap dat ‘school’ niet altijd op nummer één zal staan. Bij twijfel over de veiligheid van een kind is altijd overleg met directie/MT nodig over verder stappen. Denk daarbij aan ouders die je totaal niet kunt bereiken, terwijl je ook niets van het kind hoort of ziet. Bedenk dat kinderen niemand anders hebben als het thuis niet veilig is en dat jij echt van groot belang bent voor ze.

Welke kinderen lopen (meer) risico?
- Natuurlijk de kinderen waarvan je (als school) al weet dat ze een onveilige situatie hebben. Dat zijn er veel. Volgens Veilig thuis zijn dat er zeker 4000. Bij die kinderen is de situatie acuut of structureel onveilig (peiling februari 2020).
- Kinderen die thuis wonen met een kinderbeschermingsmaatregel. Deze kinderen hebben een zogenaamde Onder Toezicht Stelling (OTS). Ook dat zijn er veel: zo’n 20.000. Een gezinsvoogd begeleidt dan weliswaar het gezin, maar die voogd is er natuurlijk maar zo nu en dan. En ook de jeugdzorgwerkers leggen minder bezoeken af.
- Gezinnen waar al hulp is of waar risico’s al zijn gezien, maar waar VT nog niet in gekend is. Deze ouders hebben dan vaak hulp geaccepteerd, maar in deze crisis hebben bijna alle mensen een wat korter lontje en is het moeilijk om met de situatie om te gaan.
- Kinderen waarvan de ouders in een scheiding zijn verwikkeld. In een moeilijke tijd als deze kan zo’n zware situatie makkelijker escaleren. - Kinderen waarvan ouders een zwaardere opvoedtaak hebben. Denk aan kinderen met heftige gedragsproblemen, ernstig ADHD of autisme, enz. De opvoedtaak is dan extra zwaar. Als je het als ouder dan zelf ook zwaar hebt, wordt de belasting soms te groot.

Samenvatting: 
• Leren kun je alleen als je niet te veel stress hebt.
• Praat over hoe kinderen zich voelen, waar ze bang voor zijn, wat goed gaat (Schema Kees van Overveld)
• Praat met je klas over de kindertelefoon
• Praat ook één op één met kinderen.
• Bied kinderen die vaker willen praten/ongerust zijn de mogelijkheid (Vragenlijst Karen Young) • Doe met je hele groep een ‘leuke activiteit.’ (groepsvorming)
• Praat met ouders indien nodig
• Onderneem verder stappen als dat nodig is (Meldcode)
• Voor onveilig opgroeiende kinderen ben jij de ‘lifeline.’

Tot slot: Leraren geven onderwijs. Dat is ons vak. Toch moeten we op dit moment enigszins relativeren en begrijpen dat onderwijs moet, maar niet altijd mogelijk is. Ondanks ieders inspanningen. Dat is niemands schuld. Leraren werken zich drie slagen in de rondte, bijna alle kinderen zouden het liefst weer in de klas zitten en alle ouders proberen met kunst en vliegwerk hun gezin draaiend te houden. De omstandigheden zijn zoals ze zijn. Het belangrijkst is dat alle partijen blijven samenwerken.

Samen kunnen we veel. Ik weet ook: De mogelijkheden om daadwerkelijk te helpen zijn beperkter dan normaal. Dat besef knaagt bij mij en bij heel veel leerkrachten. Voorgaande ideeën kúnnen misschien een kleine bijdrage zijn om kinderen te helpen. Het allerbelangrijkste voor veel kinderen zal het idee zijn dat ze hun juf of meester er voor ze is. Dat ze gewoon mogen appen of bellen als het nodig is. Want dié steun doet er echt toe!

Bronnen:
Ajrovic, S. (2020). Feiten voor bij het Skypen. Kansenongelijkheid kan toenemen door thuisonderwijs. Volkskrant, 27 maart 2020. https://bit.ly/2yyqzHu Bouma, R. Gymganzenbord. Te downloaden via https://bit.ly/2xSwXsO
Dekker, M. (2020). Welke kinderen zijn thuis onveilig. Augeo magazine, 27 maart 2020.
Horeweg, A. (2018). De traumasensitieve school. Anders kijken naar gedragsproblemen in de klas. Leemans, L. (2020). Welbevinden in coronatijd: hoe voelen je leerlingen zich? Vragenlijst welbevinden: https://bit.ly/2wj4OuH
Oostveen, M. (2020). De Kindertelefoon hoort veel kinderen al vastlopen. Volkskrant, 24 maart 2020. https://bit.ly/2ULg0td
Horeweg, A. (2020). Kinderen in de knel tijdens coronacrisis. Wat kun jij als leerkracht doen?
van Overveld, K. (2020). Aandacht voor sociaal emotioneel leren op afstand. https://bit.ly/2Xfxek3 Van Put, A. (2020). Zorgen over niveauverschil thuislerende kinderen: 'Verschillen straks groot.’ NOS, 30 maart 2020. https://bit.ly/39NciDC
Young, K.(2020). Vragenlijst. ‘What to Say to Help Kids Feel Calm When the World Feels Fragile.’ https://bit.ly/2wY92Z7 Hey Sigmund. Where the Science of Psychology Meets the Art of Being Human.
Extra ondersteuning voor kwetsbare leerlingen: https://bit.ly/2UKumtS

Handige sites: 
www.kindertelefoon.nl (anoniem) bellen, chatten (kinderen, jongeren)
Uitleg kindertelefoon op You tube https://youtu.be/XPTjbIKNc1M
www.jouwggd.nl (anoniem) voor bellen, chatten, informatie (jongeren).
www.deluisterlijn.nl bellen, chatten,(ouders)
Vragenlijst. https://bit.ly/2xSxF9s
Voor ouders en leerkrachten: https://bit.ly/2x6A3JL