Over mij

Mijn foto
Ik schrijf en geef lezingen over gedragsproblemen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen vanuit bijna 40 jaar onderwijservaring, een Master SEN studie en veel, véél leeswerk. Ik benader alles vanuit de vraag "Maar wat kan ik er nu mee in de klas?" Beknopte theorie en veel praktische handreikingen die je morgen al kunt toepassen in je klas. Zie ook www.gedragsproblemenindeklas.nl

zondag 29 mei 2022

Kinderen met ernstige hechtingsproblemen: Behavioristische aanpak of relatie aangaan?

Voor veel kinderen met ernstige hechtingsproblematiek is school lastig. De hoeveelheid mensen, de prikkels en het feit dat sommige dingen niet goed lukken, frustreren. Deze kinderen zijn nogal eens snel overprikkeld en reageren dan fel en emotioneel. Eén opmerking en ze worden soms al boos. Die boosheid kan een paar uur blijven hangen. Terugkomen in je raampje (Window of Tolerance), lukt ze meestal niet zelf. Daar is een kalme volwassene voor nodig. 

In hun boze bui blijven ze iedereen afsnauwen, of schelden ze op alles en iedereen. Ze voelen zich hier schuldig over, maar een gesprek hierover, bijvoorbeeld om schuld laten te bekennen, maakt alles nog erger. De (toxische) schaamte komt dan naar boven, omdat het kind weet dat het fout zit. Toegeven is bovendien zwakte tonen en juist dat moet te allen tijde voorkomen worden: zwakte maakt kwetsbaar. Daarom hebben deze kinderen en pantser en een masker. Ze vertrouwen niemand.

Beloning geeft eigenlijk aan ‘Ik vind je leuk onder voorwaarden.’ (Namelijk als je precies doet wat ik zeg, krijg je een beloning). Het punt is, dat deze kinderen nog niet de capaciteiten hebben om aan jouw eis te voldoen. Vergeet niet dat onze schoolsetting in principe is ontworpen voor kinderen die deze capaciteiten al hebben ‘meegekregen van thuis.’ 

Ik denk dat we op school minder moeten bezig zijn met belonen en straffen, maar met het opbouwen van relaties met kinderen en dat we hulp moeten geven om naast het cognitieve ook sociaal emotioneel te kunnen groeien. En voor de duidelijkheid: dit is verre van eenvoudig, want de kinderen over wie we het nu hebben, zullen zich hier in eerste instantie tegen verzetten.

Als leerkracht en misschien ook wel als ouder heb je geleerd gedrag aan te leren met beloning en straf. Een ‘stout’ kind corrigeer je met straf, of door te praten over zijn gedrag. Dat werkt bij veilig gehechte kinderen meestal wel, maar niet bij kinderen die onveilig gehecht zijn. Deze kinderen moet je eerst kalm krijgen (reguleren), voor je ‘cognitieve’ afspraken kunt maken. Vergeet niet dat deze kinderen overweldigd worden door emoties (ze kunnen zichzelf niet reguleren), angst en stress. Hun reacties worden gedreven door adrenaline, hun lichaam en geest zijn in survival-mode. Dat kan zeker leiden tot onvoorspelbaar ‘niet redelijk’ gedrag.[1] Dat gedrag tolereren we niet, maar strafwerk, verwijdering en schorsing lossen het probleem niet op.

Het systeem dat op veel scholen gebruikt wordt, het behavioristische systeem van beloning bij goed gedrag en oplopende consequenties bij fout gedrag, werkt hier niet. Deze aanpak, waarbij goed gedrag beloond wordt en waarbij een serie oplopende consequenties je moet laten ‘voelen’ dat je verkeerd bezig bent, kan een kind zich nooit slechter laten voelen dan het zich al voelt. Laat staan als je dit tot in het extreme doorvoert, zoals bij een ‘no excuse’ aanpak (Google eens op 'de Michaela aanpak), waar een zeer duidelijk, maar zeer strikt systeem van beloning en straf probeert elke overtreding te bestraffen. 

Met zo'n systeem probeer je eigenlijk blinde gehoorzaamheid af te dwingen. Deze aanpak zegt eigenlijk ‘Een kind zal nooit zijn gedrag stoppen, als er geen vervelende consequenties zijn.’ Het creëert een ‘wij tegen zij’ klimaat.[2]  Het zegt ook dat je op dat moment niet kijkt naar hoe het kind is, maar hoe jij graag zou willen dat hij is. Voor veel onveilig gehechte kinderen, is dat klimaat er al voor hun gevoel (ook als dat er niet is). Wat zij juist nodig hebben is een ‘wij doen het samen’ klimaat. En als jij het nog niet kunt, ga ik (de leraar) je helpen.

Tekst: Horeweg, A. (2023).  (Boek in voorbereiding).



[1] Perry, B.D. and The Child Trauma Academy. (2017) What is NMT? Presentation available online at https://childtrauma.org/wp-content/uploads/2018/0l/CTA_NMT_Core-Slides_2018r.pdf

[2] Dix, P. (2020). As the adults change, everything changes. Seismic shifts in school behaviour. 5de druk. Carmarthen: Independentthinkingpress.


donderdag 12 mei 2022

Wanneer houdt het op?

 

Kinderen in het primair en voortgezet onderwijs krijgen de komende jaren versneld beter les in taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden. Minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs vindt dit de hoogste prioriteit. "Het niveau moet omhoog", zegt hij.

Waarmee de minister aangeeft:  leraren kunnen eigenlijk niet goed lesgeven. Een boodschap die trouwens al jaren in de media verspreid wordt. Die aanhoudende negativiteit doet geen goed. Er zijn veel leerkrachten die gewoon prima kunnen lesgeven. De minister bedoelt dat de resultaten niet goed zijn en schuift dat af op ‘de leraar.’ Andere mogelijke factoren als grote klassen, onrust in scholen en in de maatschappij, ongefundamenteerde vernieuwingen, opvoeding, digitaal werken (ook in de klas), teveel vakken in een schooldag proppen (oh wacht, we proppen er nog twee vakken bij), weinig aandacht voor expressievakken, zouden allemaal kunnen bijdragen aan ‘mindere’ resultaten, maar is het ooit onderzocht?

De onderwijsinspectie concludeerde in april dat de jarenlange terugloop van de vaardigheden van kinderen "een halt toegeroepen moet worden", en dat dit met de nodige inspanningen binnen twee jaar moet lukken.

Dit klinkt een beetje als ‘pak het gras vast en trek zo hard mogelijk, dan groeit het wel.’ Leren laat zich niet altijd ‘versnellen.’ Leren’ kost ook gewoon tijd. ‘Met de nodige inspanningen’ is wat vaag. Leraren hebben zich drie slagen in de rondte gewerkt en doen dat nog. -Wie dat bestrijdt, nodig ik van harte uit een paar weekjes mee te draaien in het onderwijs-, dus waar gaat die inspanning dan vandaan komen?

Hij wil geen plan over de schutting gooien en zeggen 'bekijk het maar', benadrukt Wiersma. Ook gaat hij geen dure consultants op het onderwijs afsturen "die het zogenaamd beter weten". Dit klinkt dan wel weer redelijk en mijn gedachte dat het waarschijnlijk wel een plan wordt dat over de schutting gekeild wordt, is wellicht te negatief (iets met eerdere ervaringen zijn geen garantie voor de toekomst).

Al komend schooljaar krijgen 150 scholen die het het hardst nodig hebben hulp van basisteams van externe deskundigen en ondersteuners, afhankelijk van wat de leraren nodig hebben. "Bijvoorbeeld iemand die kinderen kan begeleiden bij het tegengaan van pesten, dat komt nu ook op het bordje van de leraar", zegt Wiersma.

Ik vraag me af of leraren zo’n ondersteuner als hier wordt genoemd nodig hebben. Ook ben ik benieuwd wie dan die externe deskundigen worden (hopelijk wel met hun wortels in het onderwijs?). Misschien is een betere vorm van ondersteuning vakleerkrachten voor gym, handvaardigheid en muziek/drama en techniek. Als die mensen te krijgen zouden zijn natuurlijk. Pesten kunnen leraren prima zelf oplossen volgens mij.

Ook noemt hij bibliotheken, mensen die een extra uurtje sport kunnen geven of hulp Uiteindelijk moeten alle scholen zo'n basisteam krijgen.

Wat leuk een uurtje extra sport. Ehm, waar in de overvolle schooldag had de minister dat gedacht? En wat komt de bibliotheek doen dan?

 Daarnaast krijgen 350 scholen toegang tot een subsidiepot waar ze geld kunnen aanvragen voor bijvoorbeeld extra leermiddelen of ondersteuning.

Mooi als dat geld goed wordt ingezet kan dat nuttig zijn. Misschien gebruiken voor klassenverkleining? Oh, zoveel is het niet? En dat leraren tekort he?

Les in bankzaken en contact met de overheid

Het gaat niet alleen om het verbeteren van lezen en schrijven maar ook om de aansluiting tussen rekenen en wiskunde, de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, mediawijsheid, kritisch met informatie kunnen omgaan en het gebruik van digitale middelen voor bijvoorbeeld bankzaken of contact met de overheid.

Kijk nog wat over schutting gekieperd: je bankzaken regelen. Volgens mij kunnen ouders dat hun kinderen prima zelf leren. En contact met de overheid? Vraag dat even aan de ouders van de toeslagen affaire.

De scholen zijn niet in hun eentje verantwoordelijk voor het niveau van de kinderen. Externe invloeden waar leraren geen vat op hebben spelen ook mee, zoals ouders die zelf niet goed kunnen lezen en schrijven en verouderde leerdoelen en lesmateriaal.

Dank je de koekoek, dat leraren niet in hun eentje verantwoordelijk zijn, maar zo wordt het meestentijds wel geroepen. De overheid heeft het onderwijs jaren laten versloffen, maar de overheid noemt zichzelf natuurlijk niet.

Ook op ouders, en op bijvoorbeeld bibliotheken, wordt een beroep gedaan.

Weer die bibliotheken. Wat moeten die toch? En ouders zijn inderdaad ook verantwoordelijk voor hun kind. Goed om te noemen.

Strenger toezicht

Wiersma wil op de lange termijn samen met het onderwijs een masterplan opstellen. Dat richt zich op de voor- en vroegschoolse educatie, primair onderwijs, voortgezet onderwijs (inclusief het speciaal onderwijs) en het middelbaar beroepsonderwijs.

Benieuwd wie ‘het onderwijs’ is. Hopelijk niet de Raden. En wéér een masterplan. Zucht.

De minister eist ook inspanningen van de scholen. De onderwijsinspectie moet strenger toezicht gaan houden en sneller ingrijpen als scholen te weinig actie ondernemen of onvoldoende resultaat boeken.

Draait het toch weer niet om kinderen maar om resultaat. Steng toezicht op luie scholen. Ik lees uiteindelijk wéér niet iets nieuws. Afrekenen op resultaat doen we al decennia. Daar werd het niet echt beter van.

De komende twee jaar wordt naast het taal- en rekenonderwijs ook de rest van het curriculum, ofwel de leerplannen, vernieuwd.

Ja, vernieuwing als antwoord op alles. Wat dacht je van ‘verbetering?’