Over mij

Mijn foto
Ik schrijf en geef lezingen over gedragsproblemen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen vanuit bijna 40 jaar onderwijservaring, een Master SEN studie en veel, véél leeswerk. Ik benader alles vanuit de vraag "Maar wat kan ik er nu mee in de klas?" Beknopte theorie en veel praktische handreikingen die je morgen al kunt toepassen in je klas. Zie ook www.gedragsproblemenindeklas.nl

dinsdag 15 augustus 2017

Wil jij even de schriften uitdelen? 'Nee, echt niet!'


Het is woensdagochtend half negen. De kinderen zijn net binnengedruppeld. Ook Mark is er al. Op tijd dit keer. Dat was op zich al een unicum. Mark was meestal wat later, omdat hij het niet voor elkaar kreeg het ochtend ritueel op een andere dan chaotische manier te laten verlopen, waardoor er veel tijd verloren ging elke morgen. Dit overigens ondanks de checklists die zijn moeder voor hem gemaakt had. Mark heeft autisme en sommige dingen krijgt hij niet altijd zo snel voor elkaar als zijn leeftijdgenoten. Niet dat hij zijn best niet doet hoor, maar het lukt gewoon niet. Zijn wat tragere tempo was op school wel eens lastig, maar de leerkracht ving dit meestal goed op door de hoeveelheden werk voor Mark wat aan te passen. Marks’ echte probleem was zijn houding. Tenminste dat vond de leerkracht. De communicatie tussen Mark en de leerkracht verliep vaak wat stroef. Vandaag was het weer raak. ‘Mark wil jij de schriften vast even uitdelen?’ ’Nee,’ zei Mark. De leerkracht knipperde verbaasd met zijn ogen, schudde zijn hoofd in ongeloof en herhaalde de vraag. “Nee, echt niet.’ zei Mark resoluut. Ondertussen was het doodstil geworden in de klas. De kinderen die eerst geen acht hadden geslagen op de vraag en het daaropvolgende antwoord, waren nu muisstil. ‘Pardon Mark???!’ ‘Nee, u hoeft u niet te verontschuldigen hoor. Het is een normale vraag, maar ik heb nu even geen zin.” De stilte veranderde nu in ijs…”die Mark heeft wel lef” fluisterde Eveline. ’Mark ik vind je behoorlijk brutaal vandaag. Zou je misschien een beetje kunnen dimmen?’ Mark kijkt niet begrijpend om zich heen. ‘Dimmen?’ Ja, Kappen! Mark keek steeds verbaasder. Wat zou hij moeten kappen dan? Geen boom te zien hier. Of..Bedoelde de meester dat hij moest stoppen ergens mee? Maar hij deed toch al niets? Mark kwam er niet meer uit. Wat kunnen mensen toch onlogisch zijn, dacht hij bij zichzelf. ”Ga maar even naar de gang Mark, voor ik ontplof. Daar moest Mark dan wel om grinniken. Mensen konden heus niet ontploffen. “Haal die grijns maar van je gezicht Mark. Er is nu niets te lachen. Wegwezen maar.’ Zuchtend slofte Mark weer naar de gang. De vierde keer deze week, dacht hij mistroostig.
Wat er hier gebeurt, is iets wat snel kan gebeuren. Een kind met autisme en een leerkracht die er niet voldoende bij stil staat, dat de communicatie snel kan vertroebelen omdat beide partijen elkaar niet goed begrijpen. De leerkracht geeft Mark een opdracht in vraagvorm. Wij doen dat vaak om de opdracht wat minder als opdracht te laten klinken. Elke kind weet dat de vraag eigenlijk geen vraag is en zal de schriften gaan uitdelen. Een kind met autisme vat deze ‘nep vraag’ op als een echte vraag. En daarop kun je ja of nee antwoorden. Voor Mark die nog zat bij te komen van zijn snelle start thuis (iets wat hem veel inspanning kostte), was een “nee” dan ook volkomen logisch. Toen de leerkracht de vraag herhaalde, dacht Mark dat hij niet duidelijk was geweest met zijn antwoord. Vervolgens is de leerkracht helemaal verbluft en zegt daardoor: “Pardon???!’ Hij bedoelde natuurlijk “wat zeg jij nou? Wil je wel eens heel gauw die schriften gaan uitdelen??” Mark begrijpt er echter uit, dat de leerkracht zich verontschuldigt, voor het twee keer stellen van zijn vraag. Zijn antwoord is dan weer volkomen logisch en heel beleefd en vriendelijk. Vervolgens vervalt de geïrriteerde leerkracht in beeldspaak na beeldspraak, waar door Mark er niets meer van snapt. Zijn reacties op het letterlijk opvatten van de beeldspraak zijn weer volkomen begrijpelijk. En als Mark dan eindelijk ook een beeldspraak herkent en er om moet grinniken, wordt dat opgevat als brutaal gedrag. Mark moet weer naar de gang. Als je communiceert met een kind met je je meer dan normaal afvragen of je wel duidelijk bent. Geef geen opdrachten in vraagvorm, maar zeg wat je van het kind verwacht. “Mark deel de schriften uit alsjeblieft.” Duidelijk en toch vriendelijk.


donderdag 15 juni 2017


‘Ik schaamde me zo’

‘Samantha gaat liever niet meer naar school’

Samantha (17,ADHD) is een heerlijk impulsief meisje, nieuwsgierig, maar sociaal niet heel handig, want te direct en roekeloos. Een leuke combinatie die haar veel oplevert (bungeejumpen van een brug, je laten afschieten in een katapult), maar die soms ook tegen haar werkt (de leraar een halve zool noemen omdat hij haar ergert; uit de bocht vliegen met haar nieuwe roze scooter). De laatste tijd lijkt het alsof soms in moeilijkheden raken steeds meer verandert in vaak in moeilijkheden raken.
Samantha is een halfjaar geleden begonnen met jointjes. Haar argumenten zijn die van een typische puber: ‘Pure nieuwsgierigheid’ en ‘Iedereen doet het toch?’ ‘Ik word er rustig van,’ vertelt ze. En wat belangrijker is, ze voelt zich minder rot. ‘Ik heb vaak ruzie met klasgenoten omdat ik er van alles uit flap. Als ik een jointje neem, kan ik dat relativeren.’
Ongemerkt grijpt ze steeds vaker naar de cannabis en langzaam begint dat invloed te hebben op school. Het kan haar niet echt boeien, zelf vindt ze dat ze zich vooral lekkerder voelt dan vroeger. Haar mentrix is de eerste die in de gaten heeft dat ze vaker afwezig is. Een rondje langs andere docenten brengt de zaak goed in beeld: Samantha is in rap tempo aan het afglijden.
De mentrix nodigt haar uit voor een gesprek. Ze begint niet over haar cannabisgebruik maar vraagt naar haar welbevinden, haar relatie met klasgenoten en docenten en spreekt haar zorgen uit over haar afwezigheid. Het gesprek levert redelijk wat informatie op; het is volgens Samantha beter als ze niet op school komt, zo kan er ook geen ruzie ontstaan. De mentrix vraagt haar of ze eens mag nadenken over wat Samantha verteld heeft en maakt een vervolgafspraak met haar.
In dat gesprek stelt de mentrix voor een antispijbelplan op te stellen, want school is nu eenmaal verplicht. Ze vertelt dat ze ook de ouders van Samantha moet inlichten over het verzuim, maar erbij zal vertellen dat Samantha al werkt aan een oplossing. De mentrix zal ook benadrukken dat straf niet zal helpen. Ze vertelt dat ze Samantha’s beweegredenen wel begrijpt en bespreekt mogelijkheden om wat relaxter te worden, zodat ze minder ruzie zal hebben. Ze geeft Samantha een artikel mee over mindfulness en vraagt haar dat eens te lezen.
In het derde gesprek vertelt Samantha dat mindfulness misschien wel goed is en andere dingen waar je relaxt van wordt kan vervangen. Ze wil het wel een maandje proberen. Besloten wordt om in een vervolggesprek samen met de ouders een plan te maken.
Samantha vertelt in dat gesprek waarom ze cannabis heeft genomen en er steeds meer van is gaan gebruiken. Haar ouders hebben geen idee gehad hoe ernstig de situatie eigenlijk is. Er wordt besloten om naast de mindfulness ook een traject te starten bij een psycholoog.

Samantha zelf komt na een week nog eens langs bij haar mentrix. Ze bedankt haar dat ze het eigenlijk nooit over haar verslaving heeft gehad, terwijl ze het ‘zeker weten geweten heeft’. ‘Ik schaamde me zo erg, als u erover was begonnen, was ik volgens mij nooit meer op gesprek gekomen. Omdat u me niet veroordeelde of als dom behandelde, maar me juist hulp bood, zorgde dat ervoor dat ik kwam.’ Inmiddels gaat het een stuk beter met Samantha. Haar hulptraject loopt nog, maar ze kruipt langzaam uit het dal.

Anton Horeweg #onderwijs #gedragsproblemen in de klas.
Dit artikel verscheen eerder in Balans Magazine van Oudervereniging Balans/NVA