Over mij

Mijn foto
Ik schrijf en geef lezingen over gedragsproblemen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen vanuit bijna 40 jaar onderwijservaring, een Master SEN studie en veel, véél leeswerk. Ik benader alles vanuit de vraag "Maar wat kan ik er nu mee in de klas?" Beknopte theorie en veel praktische handreikingen die je morgen al kunt toepassen in je klas. Zie ook www.gedragsproblemenindeklas.nl

zondag 31 augustus 2025

Hij doet het erom!

 

 Ik ga echt niet aan het werk! School is voor losers. Je kunt me niet dwingen. Ik ben je slaaf niet!’ Met een venijnige beweging gooide Mats zijn taalboek op de grond, scheurde zijn blaadje doormidden en keek me aan met een uitdagende blik van ‘En nu he? Wat ga je doen dan?’ Eerlijk gezegd, wat ik op dat moment wou doen is strafbaar, maar het lukte me om rustig te blijven. Tenslotte, zo hield ik mezelf voor, had Mats dit probleem al jaren en kwam het dus niet door mij.

Misschien heb jij ook wel een ‘Mats’ in de klas, die natuurlijk ook Esra, Paul of Eva kan heten. Zijn deze kinderen onopgevoed, slecht of is er meer aan de hand? En tot hoever kun je hiermee omgaan in de klas? Niet op alle vragen is een snel en altijd werkend antwoord. Dat mag duidelijk zijn.

Kinderen reageren op verschillende manieren op teveel (toxische) stress. Sommige kinderen worden lichamelijk ziek. Anderen worden nerveus en angstig. Weer andere kinderen worden hyperactief en zijn voortdurend in beweging. Er zijn kinderen die door de spanning moeite hebben met inslapen, terwijl anderen het liefst voortdurend slapen. Er zijn kinderen die geen woord meer zeggen en anderen blijven maar praten.

Sommigen worden emotioneel onstabiel (‘Jantje lacht, Jantje huilt’) en anderen sluiten zich af voor jouw toenadering en voor klasgenoten. Er zijn kinderen die heel aanhankelijk worden en uitkijken naar jouw knuffel. Anderen worden afstandelijk en vermijden liefst elk contact met je. Veel kinderen krijgen last van concentratieproblemen. Ze kunnen hun aandacht niet richten op het werk en houden het niet lang vol. Er zijn kinderen die snel heel boos en agressief gedrag kunnen laten zien.

De meeste leerkrachten zijn kunnen zich goed inleven in de problemen van kinderen. Zij zijn begaan met hun welzijn en helpen kinderen die worstelen met leerstof, zichzelf of de omgeving met groot plezier. Vaak is het een van de belangrijkste de beweegredenen waarom ze leerkracht werden.

Een kind dat we zien lijden brengt de verzorgende kant in ons allemaal naar boven. Dat inlevende vermogen verdwijnt vaak snel als het kind op zijn of haar verdriet en stress reageert door boos of agressief te worden. Het kind wordt dan al gauw een kind dat we zien als een kind met een "karakterprobleem". De reactie op het gedrag is dan vaak deze. Het kind wordt gestraft, in bedwang gehouden, gemeden. Het zijn kinderen waarop we bijna automatisch hard reageren: we vragen op zo’n moment niet "Waarom?"  of "Waarom op dit moment?"  wanneer ze exploderen.

Het gedrag dat het kind laat zien wordt al snel een persoonlijkheidskenmerk. Het is het kind van wie gezegd wordt dat het "een kind is dat een lage frustratietolerantie" heeft, "gevoelloos" of "oppositioneel" is. Het is het kind waarvan gezegd wordt dat het weinig zelfbeheersing heeft, een gebrek aan empathie en geen gevoel voor goed of fout. Als er op die manier over een kind gesproken wordt, heeft dat ogenblikkelijk gevolgen voor ons beeld van het kind, zelfs als we het niet of nauwelijks kennen. Begrijpelijk, maar schadelijk voor het kind.

Deze kijk is regelmatig het begin van een selffulfilling prophecy. Behandel een kind alsof het slecht is en voor je het weet, gaat het kind zichzelf ook zo zien. Kinderen die dit overkomt, zijn de eersten zijn die zichzelf afschrijven; de eersten die van streek raken door gedrag dat ze net zo min begrijpen als jij. Ze gaan elke volwassene als een bedreiging zien. Voor je het weet, gedragen ze zich precies zoals ze gehoord hebben dat ze zich gedrag. Een leerling vertelde eens: ‘Ik gedrag me zo omdat iedereen zegt dat ik altijd stom doe en boos ben. Het maakt niet uit wat ik doe. Daarom doe ik zo.’ Als iedereen je toch stom vindt, kun je je net zo goed stom gedragen.

Het herkennen van stressgedrag is de eerste stap om een ​​kind te helpen dat last heeft van woede -uitbarstingen of agressie. Net als alle kinderen moeten ze zich bij ons eerst veilig en vertrouwd voelen. Dat gebeurt pas als we beseffen dat er niet zoiets bestaat als een slecht kind. In plaats van een kind dat "slechte beslissingen" neemt, zien we een kind dat " limbisch " is. Hun hogere hersenfuncties zijn min of meer offline. In plaats van een kind dat zich verzet, zie je een kind dat vecht of vlucht.  In plaats van een kind dat gecontroleerd moet worden, zien we een kind dat gekalmeerd moet worden. De leerkracht moet op zo’n moment dan veranderen van lesgever coregulator. Een verre van eenvoudige taak.

In onze Masterclass trauma én in onze 3-daagse traumatraining gaan we ook in op dit lastige onderwerp.

https://gedragsproblemenindeklas.nl/onderwijstrainingen/masterclass-traumasensitief-onderwijs/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten