‘Bart, je krijgt een nieuwe leerling in de klas. Maak je
borst maar nat.’ Met die woorden werd me een nieuwe leerling aangekondigd. Wat
bleek? Het jongetje dat bij mij in de klas zou komen was een “thuiszitter.” U
weet wel, zo’n leerling die op school hoort maar door zijn ouders thuis wordt
gehouden. Belachelijk gedoe. Een kind hoort op school. Nou goed, benieuwd was
ik wel. Ik had nog nooit een thuiszitter van dichtbij gezien, want ik was elke
dag op school.
Inmiddels is het vijf weken geleden dat Jelte bij mij in de
klas kwam. Nou ja, dat is niet helemaal waar, want Jelte zit thuis. Nou ja, dat
is ook niet helemaal waar, Jelte zit ook op school. Ik zal het uitleggen. Vijf
weken geleden kwam Jelte dus. Hij leek een gewone jongen, waar op het eerste
gezicht niets mee aan de hand was. Hij was niet dom, wist eigenlijk best veel
en kon gewoon mee met de klas. Alleen was er een probleem. Jelte raakte nogal
snel van de kook. Gelukkig wist ik hoe dat kwam, dat had zijn moeder uitgelegd.
‘Jelte is snel overprikkeld,’ had ze gezegd. Dat was ook de reden waarom hij
thuiszat. Geen school kon of wilde daarmee omgaan. ‘Maar ik begrijp dat jullie
daar geen problemen mee hebben.’ ‘Nou, bracht ik daar fijntjes tegenin, dat is
misschien omdat we geen idee hebben wat er dan mis kan gaan. Hoewel dat
officieel het gevolg heet te zijn van de Wet passend onderwijs. Maar vertelt u
eens? Want ik weet alleen dat overprikkeling kan komen van zintuigelijke
indrukken. Als die teveel worden, kan het kind boos worden.’ ‘ Het gaat wel
iets verder dan dat,’ zei zijn moeder. ‘Jelte heeft last van heel veel dingen:
geluid (auditieve overprikkeling), licht (visuele overprikkeling), drukte
(sensorische overprikkeling), te moeilijke opdrachten, te onduidelijke
opdrachten (cognitieve overprikkeling), teveel opdrachten (overbelasting), een
ruzie of een onaardige opmerking (emotionele overprikkeling). Kortom, van alles
kan zorgen voor overprikkeling.’ ‘Eh, bracht ik daar tegenin, dat is ongeveer
zo alles wat er op een schooldag voorbij komt. Ik kan hem moeilijk in een kast
stoppen.’ ‘U hebt in ieder geval een open geest voor ons probleem’, zei zijn
moeder droog. ‘Ik zal het u uitleggen. Overprikkeling kun je soms voorkomen,
maar ook heel vaak niet.’ Zo vertelde zijn moeder nog heel veel meer. Het leek
mij een schier onmogelijke opgave voor mij en vooral ook voor Jelte. ‘Ik heb de
grens van passend onderwijs zojuist ontdekt.’ dacht ik. Toch moest Jelte een
kans hebben. Wat kon hij er tenslotte aan doen dat hij zo was. We heetten hem
van harte welkom op zijn eerste dag. De kinderen waren met instemming van
moeder en Jelte op de hoogte gebracht. Ik deed erg mijn best om goed op te
letten “autivriendelijk’ les te geven. Ik zorgde voor structuur, veel concrete
en duidelijke, korte opdrachten. Er was een plekje waar Jelte zich terug kon
trekken, in de pauze mocht hij op een rustige door hem uitgekozen plek verblijven,
kortom we deden allemaal ons best. Dat kon helaas niet voorkomen dat Jelte aan
het eind van de ochtend kwam klagen over hoofdpijn en misselijkheid. Ik vroeg
hem het nog even aan te kijken, maar het werd alleen erger. Ik belde zijn
moeder en Jelte ging naar huis. Triest einde van een eerste dag..
De volgende dag begon iedereen vol goede moed, maar ook deze
dag verliep niet zonder problemen. Op een gegeven moment merkte ik dat Jelte
steeds stiller werd. Hij mocht naar de time out ruimte, maar wilde daar niet
meer vandaan. Deze gebeurtenissen waren het begin van een endless story. Jelte
wilde graag, wij ook, de kinderen vormden geen enkele belemmering en hielden
rekening met hem waar ze maar konden, maar Jelte redde het telkens net niet.
Een schooldag was te lang. In een schoolsituatie zijn er nu eenmaal veel snel
veranderende situaties, veel indrukken en is er continu een sociale druk. De
grote hoeveelheid prikkels die daarmee samenhangen, zijn een hele kluif en Jelte
raakte veelvuldig overprikkeld/overweldigd op school. Op dit moment kon hij een
hele dag niet aan. In samenspraak met zijn ouders besloten we om hem op maandag
en dinsdag een halve dag te laten komen, op woensdag zou hij thuisblijven en
daar wat werk maken als dat ging. Donderdag en vrijdag kwam hij dan weer een
halve dag. Dat ging wonderwel meestal goed. Blijkbaar was een half dagje voor
Jelte net vol te houden. Ik moest mijn vooroordeel over thuiszitters terzijde
schuiven, sommige kinderen kunnen nauwelijks anders.
En over die grens van passend onderwijs: was die hier nu
bereikt of is dit nu juist een voorbeeld van hoe passend onderwijs zou moeten
werken?
Dit verhaal verscheen eerder in LMA Magazine
Geen opmerkingen:
Een reactie posten