Jesse (11 jaar, ADHD, groep
7), heeft het lastig op school. Het gaat regelmatig mis als de leerkracht en
hij elkaar weer niet goed begrijpen. Vandaag geeft de juf uitleg over breuken.
Taaie en vooral ook saaie kost vindt Jesse, maar hij doet zijn best om niet af
te dwalen met zijn gedachten. Hij wil eigenlijk graag goed leren.
Jesse luistert ingespannen naar de uitleg.
Daarbij zit hij te spelen met zijn pen. Hij kijkt nauwelijks naar het bord. De
juf heeft daar al twee keer wat van gezegd. De eerste keer vriendelijk en de
tweede keer iets dwingender. Dat heeft geen effect: Jesse wriemelt nog steeds
met zijn pen en kijkt nog steeds niet naar het bord.
De derde keer is de
leerkracht het goed zat. "Jesse! Doe nu die pen weg en probeer eindelijk
eens op te letten!!" "Ik luister heus wel!", roept Jesse terug.
Hij voelt zichzelf boos worden over deze oneerlijke behandeling. Zit hij goed
zijn best te doen, krijg je dit weer. ‘Je luistert helemaal niet. Je zit maar
te spelen met die stomme pen!’ Jesse springt boos op, stampt naar de deur onder
het uitroepen van ‘Je moet ook altijd mij hebben!’ en knalt de deur achter zich
dicht. Boos loopt hij over de gang, kwaad dat het wéér niet gelukt is om het
goed te doen.
Zijn verdrietige gedachten tollen door zijn
hoofd: ‘Waarom overkomt mij dit telkens? Snapt de juf dan niet dat friemelen en
niet naar het bord kijken ervoor zorgen dat hij júíst goed oplet? Waar staat
dat je alleen kunt opletten als je doodstil zit? Dat de juf dat nou niet snapt
dat hij moet bewegen.’
Nijdig geeft hij een schop tegen een tas die
onder een kapstok staat. ‘Rotjuf’, denkt hij boos. Met weemoed denkt hij terug
aan vorig jaar. Juf Simone begreep hem veel beter. Daar mocht hij friemelen en
wiebelen en als het echt niet meer ging mocht hij zelfs vijf keer de trap op en
neer rennen. Daarna kon hij er weer even tegen. Hij moet glimlachen als hij
daaraan denkt. Hij heeft wel eens opgevangen dat andere leerkrachten vonden dat
juf Simone niet handig bezig was. ‘Wie weet wat die jongen allemaal op de gang
gaat uitspoken als jij hem laat gaan’, had de juf van groep 6 gezegd. De juf
had alleen gezegd: ‘Dat doet Jesse niet. En stel dat hij iets zou doen dat niet
goed is, dan praat ik daarover met hem. Zo simpel is het.’ Niet dat het ooit
nodig geweest was, Jesse zou wel gek zijn. Hij vond het heerlijk dat de juf
zoiets voor hem geregeld had. Misschien kon zijn juf eens met juf Simone gaan
praten…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten