Een
stukje over het blije onopvallende kind: nog altijd wordt introversie – zelfs
op scholen – beschouwd als een soort ziekte, een afwijking. Men verwart ‘stil
en introvert’ al gauw met ongelukkig of chagrijnig.1 En dat is jammer. Er zijn
kinderen in je klas die het fijn vinden om ‘vanaf de zijkant’ deel te nemen aan
het klassengebeuren. Ze luisteren goed, kijken goed en hebben het naar hun zin.
Waar ze soms tegenaan lopen als ze wel aandacht van de leerkracht
krijgen,
is een begrijpelijke, maar voor rustige, stille kinderen irritante vraag: ‘Ben
je boos? Je bent zo stil?’ ‘Is er wat? Je kijkt zo?’ ‘NEE!! Er is niks. Ik vind het fijn stil te
zijn.’ Best jammer, want dat is tot op zekere hoogte nogal kortzichtig. Alsof
we bij elke druktemaker moeten zeggen: ‘Wat ben je druk, is er wat?’ of dat hij
zich ‘niet zo moet aanstellen en lekker rustig moet komen zitten lezen’.
Laat die stille leerling gewoon lekker in dat hoekje zitten. Rustig, wat bedachtzaam en observerend. Als iedereen anderen gewoon laat zijn wie ze zijn, wordt het een stuk makkelijker, denk ik. Het feit dat je stil bent en geen problemen hebt, betekent natuurlijk niet dat je geen aandacht wil van de leerkracht! Ook als stil kind wil je horen dat je het goed doet.
Sammie, groep
5: ‘Ik vind het leuk op school. Ik leer heel veel. Ik weet eigenlijk ook best
veel, maar ik steek nooit mijn vinger op. Dat vind ik niet nodig. Ik weet ook
niet waarom. Ik luister liever naar wat andere kinderen zeggen en dan denk ik
vaak: dat wist ik ook! en dan word ik blij.’ Bron: Horeweg, A. (2022). Als je leerling stil is. Huizen Pica. |
En in de klas krijgt de voorste, drukste, meest impulsieve leerling vaak als eerste aandacht en als eerste het leuke klusje, maar hij krijgt ook nogal eens een berisping … Als hij al niet naar de gang gebonjourd wordt. De stillere, rustigere kinderen hebben daar nauwelijks last van: de leerkracht is hen al bijna vergeten (ik chargeer soms iets). Als er in je klas alléén maar extraverte kinderen zouden zitten, kom je niet aan lesgeven toe, daar kun je je iets bij voorstellen. Als je alléén introverte kinderen had, kreeg je misschien heel weinig of geen respons op je vragen, of pas na een heel lange bedenktijd. Gelukkig is het fijn dat ze er alle twee zijn, deze archetypes. Dat houdt de boel in evenwicht. Bovendien, niemand is geheel extravert of introvert. Wel kun je neigen naar een van beide kanten en dat kan ook nog per situatie verschillen. Denk maar eens aan kinderen die thuis het hoogste woord hebben, maar die je op school nauwelijks hoort. Of omgekeerd.
Anton Horeweg
1. Horeweg, 2022.
2. McCroskey & Daly, 1976.
3. Van der Ende et al., 2012; Sund et al., 2011.
4. Costa & McCrae, 2006.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten