Over mij

Mijn foto
Ik schrijf en geef lezingen over gedragsproblemen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen vanuit bijna 40 jaar onderwijservaring, een Master SEN studie en veel, véél leeswerk. Ik benader alles vanuit de vraag "Maar wat kan ik er nu mee in de klas?" Beknopte theorie en veel praktische handreikingen die je morgen al kunt toepassen in je klas. Zie ook www.gedragsproblemenindeklas.nl

woensdag 13 juli 2022

'Maar je merkt er niets van.'

 'Maar je merkt er niets van.' Dat is wat leerkrachten soms zeggen als ze worden geconfronteerd met verhalen over twee onbekende vormen van traumarespons. En ze hebben gelijk. Ik heb het hier over dissociatie en over fawn.

 Dissociatie en Fawn op school

Basiskennis trauma

Trauma, een wond in je psyche. Veel mensen (steeds meer) hebben er van gehoord. Steeds meer mensen weten dat trauma je gedrag beïnvloedt en je leren beïnvloedt. Afgelopen jaren zijn steeds meer scholenteams bekend geworden met de begrippen fight, flight, freeze. Dat is goed nieuws voor veel kinderen.

Tijd om een stapje verder te gaan. Een tweetal reacties is minder bekend: dissociatie en ‘fawn’.

Dissociatie[1]

Dissociatie: Wanneer een jong kind bijvoorbeeld slachtoffer is van seksueel misbruik en het de pijn niet wil/kan voelen, kan zijn/haar lichaam kiezen voor deze response. Het kind treedt als het ware uit het lichaam. Soms ‘ziet’ het zichzelf letterlijk van een afstandje. Gevolg hiervan is vaak 'dissociatief geheugenverlies'. Hierbij kunnen de gebeurtenissen verschoven worden naar het onbewuste geheugen en kan het zijn dat het jaren duurt vooraleer de volwassene zich het misbruik gaat herinneren. Als dissociëren heel ernstige vormen aanneemt kan er sprake zijn van een dissociatieve integratie stoornis (DIS).

Fawn[2]

Een tweede reactie die niet vaak genoemd wordt, is ‘fawn.’ Er is geen goede Nederlandse vertaling voor vind ik. Het gedrag dat iemand in die toestand laat zien, kan ‘meewerkend zijn (als in willoos ondergaan), het gedrag kan ook ‘pleasen’ zijn (als in het voortdurend zorgen dat de behoeften van anderen bevredigd worden). Als je dat laatste leest, snap je waarschijnlijk dat ‘fawn’ als reactie moeilijker te zien is dan bijvoorbeeld fight of flight. Het kind doet immers ‘gewoon?’ Dit gedrag kan  uiteindelijk uitmonden in ‘codependent gedrag.’ Een persoon die dit gedrag laat zien, cijfert zichzelf helemaal weg. Grenzen vervagen: alles om de ander te plezieren. Zij voelen feilloos aan wat de ander nodig heeft. De achterliggende onbewuste redenering kan zijn, ‘laat me niet alleen.’ Het kind klampt zich als het ware vast om veilig te zijn. Een kind dat opgroeit in een dysfunctioneel gezin kan dit gedrag gaan vertonen.

 Wat zie je in de klas bij dissociatie:

Meestal vrij weinig. Een van de redenen dissociatie problemen niet gezien worden, is dat er lastig iets te zien is in de meeste gevallen.  Het lijkt er vooral op dat het kind aan het dagdromen is en ‘gewoon’ niet oplet. Als leerkracht zou je soms signalen kunnen zien, maar wij kunnen en mogen die niet koppelen aan DIS. Dat is ons vak niet. Toch is het goed te weten dat DIS veel voorkomt bij ernstig getraumatiseerde kinderen en jongeren of kinderen en jongeren met forse hechtingsproblematiek. DIS lijkt in niets op wat je in enge films ziet, waar een aardige jongen ineens verandert in een meedogenloze moordenaar. Dat vooroordeel blijkt niet te kloppen en is geschapen door de filmindustrie.

 Wat zie je in de klas bij fawn:

Meestal vrij weinig. Het laat meteen zien, waarom het zo onbekend is. Een kind in de klas dat zeer behulpzaam is en het iedereen naar de zin wil maken kan op het eerste gezicht ook gewoon een prosociaal sterk kind zijn. Het is voor een leerkracht dus moeilijk of niet te zien. Wellicht kom je erachter als ouders iets vertellen. Bijvoorbeeld dat het kind de hele dag op zijn tenen loopt om anderen te plezieren en vervolgens thuis ontploft, verdrietig of wanhopig wordt als de spanning eruit komt.

Werk samen

Ik benadruk het nog maar een keer: dit is niet ons vak. We kunnen dingen constateren (hij lijkt te dagdromen), maar we hebben niet altijd de kennis en de tijd om te kijken wat de oorzaak is. Het klinkt misschien niet aardig, maar we moeten ook de rekenles geven. Daarom is samenwerken met ouders en eventuele behandelaars zo belangrijk. Neem verhalen serieus, ook al kloppen ze niet met het beeld dat je ziet in de klas ('Thuis is hij explosief als hij uit school komt'), of met jouw eigen idee ('Volgens mij heeft hij gewoon geen zin.'). De pedagogische driehoek in stand houden, zorgt er uiteindelijk voor dat jij je met je corebusiness kunt bezighouden(lesgeven) en alle kinderen kunnen leren.

Anton Horeweg, leerkracht (MSEN) auteur De traumasensitieve school.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten