Over mij

Mijn foto
Ik schrijf en geef lezingen over gedragsproblemen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen vanuit bijna 40 jaar onderwijservaring, een Master SEN studie en veel, véél leeswerk. Ik benader alles vanuit de vraag "Maar wat kan ik er nu mee in de klas?" Beknopte theorie en veel praktische handreikingen die je morgen al kunt toepassen in je klas. Zie ook www.gedragsproblemenindeklas.nl

zondag 25 september 2022

Gedragsproblemen bestaan niet? Echt wel!

Dat kan echt niet!

 ‘Waarom heeft je site zo’n negatieve naam? Die titel van je boek kan echt niet hoor.’

Gedragsproblemen in de klas’; ‘Anders kijken naar gedragsproblemen’ 'Voorkom lastig gedrag'…Dat kan echt niet volgens sommigen. Volgens mij wel en daar krijg ik dan ook regelmatig kritiek op. De criticasters redeneren bijvoorbeeld als volgt: ‘Zo leg je het probleem bij het kind.’ Of ‘Het woord probleemgedrag heeft een negatieve connotatie, dus dan begin je al op een negatieve manier te kijken.’ Ik snap de bezwaren, maar ik deel ze niet.

Het beestje bij de naam noemen

Ik sta bijna 40 jaar voor de klas en ik kom bijna elke dag kinderen tegen van wie (en voor wie) het gedrag problemen oplevert. Voor henzelf niet in de laatste plaats, maar ook voor de leerkracht of voor andere kinderen. Er is naar mijn idee dus een ‘probleem.' ‘Ja, maar’, zeggen die criticasters, ‘dat is geen probleem, dat is een ontwikkelingskans.' Of: ‘Probleem? Nee hoor, dat is een uitdaging.’ 'Of een signaal.' Ik schaar dat onder de noemer omfloerst taalgebruik. Net zoals iemand die werkloos is, ‘between jobs’ is, of ‘Op zoek naar een nieuwe uitdaging.’ Ja hoor. Leuk dat je ‘beschikbaar bent voor de arbeidsmarkt', maar het is even vervelend als werkloos zijn.

Geen oordeel

Zo is het ook bij probleemgedrag. Er is wel degelijk een probleem, maar anders dan het woord of je eigen gedachten misschien suggereren, staat er in dat woord nergens dat het kind de veroorzaker van die problemen is. Het kind heeft soms een probleem (geen kind vindt het namelijk leuk als de leerkracht boos op hem is) en soms heeft de leerkracht een probleem (hij weet bijvoorbeeld niet hoe hij het kind kan helpen lekker in zijn vel te zitten of iets te leren). Let wel: Het gaat hier NIET over SCHULD. Het gaat over een objectief vast te stellen mismatch met de omgeving.

Taak

De leraar is wel degene die actief moet proberen het probleem te verminderen (of nog mooier: op te lossen en het allermooist: te voorkomen). Dat is immers (voor een deel) zijn werk? De leraar is immers degene die een betekenisvolle pedagogische relatie met het kind tot stand moet brengen? En soms gaat dat niet zo makkelijk als de leraar zou willen. Dan komt het pedagogisch vakmanschap om de hoek kijken en moet de leraar zien te bewerkstelligen dat die relatie toch tot stand komt. Een hele uitdaging :-) De eerlijkheid gebiedt overigens te zeggen dat de leraar zeker niet alle problemen kan voorkomen of oplossen.

Samen

Wel is de leraar degene die naar mijn idee het voortouw moet nemen dat te proberen. Door het eigen gedrag kritisch onder de loep te nemen, door eigen gedrag aan te passen waar nodig en mogelijk. Dat betekent niet dat het kind niets ‘moet’, maar bedenk wel dat een kind soms ‘niets kan.’ Hopelijk lukt het de leraar dan om het probleem samen met het kind aan te pakken.

Utopia

 En omdat alleen in Utopia alle problemen echt opgelost, zo niet voorkomen kunnen worden, kan de leraar soms niets anders doen dan het kind zoveel mogelijk ondersteunen, ook als de problemen blijven bestaan. Want volgens mij schuilt daarin een belangrijke regel: het kind moet er nooit alleen voor staan. 

De leraar trouwens ook niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten